zaterdag 25 mei 2013

Grenzen

Zomaar wat mijmeringen over grenzen:

Sinds ik een kind was heb ik een instinctieve hekel aan grenzen. Waarom? Joost mag het weten.
Paradijsvogel

Het begon wellicht al op school waar je niet buiten de lijntjes mocht kleuren.
Niet buiten de lijntjes kleuren: wat een waanzin! Wanneer ik met kinderen of bijvoorbeeld demente ouderen werk, dan stimuleer ik ze om vooral over de grens te kleuren. Durf te leven, durf je eigen weg te gaan, bepaal zelf je regels.
Er is er maar één aan wie je verantwoording hoeft af te leggen, en dat ben je zelf, de God in je zelf, de universele bron in je zelf. Je bent zelf verantwoordelijk voor je daden. Wanneer mensen door grenzen worden tegengehouden gaan ze zoeken naar manieren om eroverheen te gaan. Verspilde energie die positiever gebruikt kan worden.

Sinds jaar en dag voel ik me verwant aan de Paradijsvogel. Ik bedoel dan niet de prachtige tropische vogel met zijn uitbundige kleuren, maar ik bedoel de Paradijsvogel, de mens, die zijn/ haar eigen pad gaat, onafhankelijk van  de geldende regels.


Wanneer je dit zo leest zou je kunnen denken dat ik een vrij mens ben. Niets is minder waar.
Zo lang ik me kan herinneren heb ik het idee dat ik 'verkeerd denk', niet in een hokje pas, en dus deed ik tot voor kort, wat in mijn mogelijkheden lag om te zijn zoals ik dacht dat dat van mij werd verwacht.  Ik legde mezelf grenzen op die ik niet begreep.
Op een gegeven moment bereik je een punt dat je je aan alles en iedereen aanpast en het tot je frustratie toch nooit doet zoals je denkt dat je het zou moeten doen.
Dat overkwam mij uiteindelijk. Ik kwam tot de schokkende ontdekking dat al dat aanpassen aan grenzen en regels, die ook begrenzen natuurlijk, nergens toe leidde. Integendeel, toen ik mezelf langzaamaan toestemming kon geven om te worden die ik ben, te worden die ik bedoeld ben om te zijn, toen leken sommige grenzen te verdwijnen. Te verdwijnen omdat ik er niet meer tegen hoefde te vechten.
Wat een verluchtiging. Wat een bevrijding.

Het zal je niet verbazen dat de ultieme grenzen, de landsgrenzen, mij een gruwel zijn.
Waarom mag ik in dit land zijn omdat ik hier toevallig ben geboren, en mag jij hier niet verblijven omdat je nou eenmaal ergens anders bent geboren? Dit soort grenzen gaan mijn verstand te boven.
Nog niet zo heel lang geleden, kwam ik mijn grote liefde tegen in een ander deel van de wereld. Grenzeloos verliefd, zelfs grenzeloos getrouwd.
Geloof me, ik liep niet eerder tegen zoveel grenzen op. Grenzen waar ik niets van begrijp.
Nou heeft het vechten tegen grenzen zoals die worden aangegeven door bijvoorbeeld de IND, de immigratiedienst, weinig zin.
Mijn lief en ik kiezen onze eigen weg, en proberen te vertrouwen op het grote geheel, het Universum, waarin dit soort grenzen een lachtertje zijn.  Natuurlijk zijn er momenten dat je heel verdrietig wordt van de aangegeven grenzen, maar we proberen ons er niet door te laten leiden. We geloven allebei in wondertjes.

Vroeg of laat komt er een moment waarop je te horen krijgt: 'Je moet grenzen stellen.'
Grenzen stellen? Ik?
Mensen kunnen toch voor zichzelf denken, mensen nemen toch hun eigen verantwoordelijkheid.
Helaas, weer heb ik het verkeerd begrepen.
Weer kom ik die verdomde grenzen tegen, en nu moet ik ze nog zelf stellen ook. Ik moet vechten voor mijn eigen grenzen. Heb ik dan grenzen, wat zijn mijn grenzen, hoe bewaak ik ze?
Nou, dat is een hele zoektocht als je niets met grenzen hebt.  Een levenlang proberen aan te passen, en nu moet ik grenzen gaan stellen. Grenzen stellen om vrij te zijn, grenzen stellen om te kunnen leven zoals ik dat wil, om te zijn wie ik bedoeld ben te zijn.
Snap jij het nog?



Geen opmerkingen:

Een reactie posten